Op 3 juli 1897 werd een van de monumenten van Wenen geopend – het reuzenrad in het Weense Prater.
Gabor Steiner wilde altijd al de Weense nieuwe attracties op zijn “Venetië in Wenen” site aanbieden. Dus verhuurde hij het gebied aan de Engelse ingenieur Walter Basset. Basset had het patent van de uitvinder van het reuzenrad George George Ferris gekocht en vervolgens vier reuzenraderen in Europa gebouwd. De enige van deze eerste vier reuzenraderen uit de eeuwwisseling die vandaag de dag nog overeind staat, is het Weense reuzenrad in het Prater, dat hij daar binnen 8 maanden bouwde. De rit kostte de bezoeker 8 gulden – vandaag 12 euro voor volwassenen.
Het reuzenrad is 64,75 meter hoog en had 30 gondels.
Het reuzenrad veroorzaakte in 1914 een sensatie toen circusdirecteur Madame Solange d’Atalide op het dak van een wagon een beurt kreeg terwijl hij op een paard zat voor een film.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd Walter Basset onteigend en werd het reuzenrad geveild bij Eduard Steiner, die op zijn beurt tijdens de Tweede Wereldoorlog door de nazi’s werd onteigend en in het concentratiekamp Auschwitz werd vermoord.
Toen het reuzenrad in de 2e wereldoorlog zwaar beschadigd werd, werd slechts de helft van de gondels gerestaureerd. Toen de film “The 3rd Man” in 1949 werd opgenomen, was het reuzenrad alweer in gebruik (sinds 1947) en is in de film te zien. Dit is niet de enige keer dat het reuzenrad als filmset wordt gebruikt: er speelt zich ook een scène af in de James Bond-film “The Touch of Death” (1987).
In 1953 werd het reuzenrad teruggegeven aan drie erfgenamen van Steiner.
Sinds 2002 is het reuzenrad de thuisbasis van een tentoonstellingsruimte genaamd “Panoramamuseum” met acht replica’s van de geschiedenis van het Weense Prater.
Het reuzenrad is vandaag de dag nog steeds in privébezit. In 2016 werden de 15 wagons vervangen door getrouwe replica’s met moderne technologie. Het totale gewicht van de constructie is meer dan 430 ton.
(K. M.)