Het was een koude winterdag, 8 november 8 november in het jaar van de Heer 1620. Aan de voet van de Witte Berg, net buiten de poorten van de Gouden Stad Praag, stond het katholieke leger van de keizer tegenover de protestantse troepen van de koning van Bohemen.
Al in de ochtendmist hadden de mannen van Johann T’Serclaes van Tilly een Hongaarse troepenmacht in hun slaap verrast en afgeslacht.
Maar pas toen een groot deel van het katholieke leger in beweging kwam, gooiden de Boheemse soldaten hun wapens weg en begonnen te vluchten. Er waren veel mannen die dapper hun posities bekleedden, maar geen kans hadden tegen de superioriteit van het keizerlijke leger.
Na een paar uur was het duidelijk dat de keizer deze strijd, die zo belangrijk was voor zijn huis, had gewonnen en daarmee de macht van de opstandelingen volledig had gebroken.
In de ochtend waren de keizerlijke commandanten er nog steeds van overtuigd dat dit een van hun moeilijkste uren was. Hoewel zij een verpletterende superioriteit van de soldaten hadden, leek de gunstige positie van het Boheemse leger, strategisch geplaatst op de hellingen van de Witte Berg, dit voordeel meer dan te compenseren.
Zelfs de Beierse generaal Tilly liet de opmerking vallen dat zonder de hulp van Onze Lieve Vrouw de Witte Berg onneembaar zou blijven.
Volgens de legende was de overwinning echt te danken aan haar tussenkomst. Pas toen de karmelietenmonnik Dominicus a Jesu Maria ‘s middags het keizerlijke kamp binnenkwam, in zijn handen een schilderij van de door de protestanten ontheiligde Heilige Familie, vergaten de soldaten al hun scrupules en bestormden ze de achterkant van de witte berg, met de strijdkreet “Santa Maria!”
Voor de Boheemse koning Frederik V was de nederlaag een bittere verrassing. In jeugdige frivoliteit had hij de avond ervoor zijn leger verlaten om zich aan belangrijke staatszaken te wijden. Niet wetende dat dit de laatste uren van zijn bewind waren en dat hij de rest van zijn leven in ballingschap zou doorbrengen.
Voor de verdere geschiedenis van Midden-Europa was deze strijd, en de volledige overwinning van de keizer, van groot belang. Het was niet alleen de opmaat tot een van de grootste rampen in de Europese geschiedenis, de Dertigjarige Oorlog, maar het gaf de Habsburgse Ferdinand II ook de gelegenheid om een volledige herkatholisering in het Oostenrijkse en Boheemse land door te voeren en zijn absolutistische aanspraak op de macht te bevestigen.